* »

maandag 29 december 2008

Drugsvrije dance events: een utopie

Xtc geeft plezier en is nog steeds populair, maar overdoseringen zijn tegenwoordig zeldzaam. Waarom moeten feesten dan per se drugsvrij zijn?

Nu het de politie na drie jaar zerotolerancebeleid met actieve opsporing door Horeca Interventie Teams, drugshonden en stringente controles niet gelukt is om dance-events volledig drugsvrij te krijgen, is de verantwoordelijkheid weer geheel bij de danceorganisaties komen te liggen. Of zij hier gelukkig mee moeten zijn valt nog te bezien. Want de burgemeester eist in de Dance Events Notitie dat organisaties -ondanks hun beperkte fouilleringsbevoegdheden- voortaan drugsvrije feesten moeten garanderen. Lukt dat niet, dan verliezen zij hun vergunning.

Deze normatieve sanctie wekt grote bevreemding omdat elke onderbouwing van het niet meer gedogen van dit slachtofferloos delict ontbreekt. Bovendien getuigt de politieke wens van drugsvrije feesten van een bestuurlijk utopisme. Van een evenwichtige politieke balans tussen justitie en volksgezondheid lijkt geen sprake meer te zijn. Recreatief drugsgebruik wordt in Amsterdam steeds minder gedoogd. Er wordt minder prioriteit gegeven aan het reduceren van de gezondheidsschade en meer aan een strikte handhaving van de wet - het Amsterdamse college laat in de discussie wel heel erg de oren hangen naar wat justitie vindt.

Dat is vreemd, want het gebruik van ecstasy op dance-events laat na de eeuwwisseling over de gehele linie een dalende trend zien. De huidige generatie feestvierders is - dankzij voorlichtingscampagnes met risicoreductie als doel - beter op de hoogte van de gezondheidsrisico’s van xtc dan de ‘chemische generatie’ uit de jaren negentig. En hoewel xtc nog steeds een populair middel is, bevestigen gezondheidswerkers en drugsonderzoekers dat overdoseringen tegenwoordig een zeldzaamheid zijn. Het is dan ook niet zo dat het druggebruik op dance events sinds 2005 fors is afgenomen dankzij de honderden arrestaties die de politie de laatste jaren heeft verricht op tientallen feesten. Ondanks de talrijke arrestaties blijkt nergens sprake van een grootscheepse, georkestreerde drugshandel op feesten, zoals de politie aanvankelijk beweerde. Dealers zijn er nauwelijks gevangen, gebruikers en zelfs drugsvrije feestgangers zijn daarentegen wel gestigmatiseerd, gecriminaliseerd en soms ook geïntimideerd.

Is de verboden ‘pillengraal’ de Amsterdamse politie dan telkens te slim af? Of is zij simpelweg een mythe? Dit laatste lijkt het geval, gezien de schamele ‘kruimels’ die de politie na inzet van groot materieel en duizenden manuren bij de bezoekers heeft weten te onderscheppen. Het overgrote deel van de arrestanten blijkt naast wat plukjes cannabis hooguit één tot twee pillen voor eigen gebruik in bezit te hebben gehad. Dit bevestigt het beeld van een gereguleerde genotscultuur dat buitensporige excessen al lang tot een aanvaardbaar minimum heeft weten te beperken door informele sancties.

Dat een dance-event geen EO Landdag, is moge duidelijk zijn. Toch kunnen beide gemeenschappen worden getypeerd als een ‘emotional community’ van gelijkgestemden in een geïndividualiseerde samenleving. Het verschil is alleen dat God voor de ongelovige roeszoekers een dj is en xtc een substituut voor de hostie ter verhoging van de feestgeest. In beide gevallen is echter sprake van een geritualiseerde collectieve beleving die zich kenmerkt door een onderlinge band die niet berust op competitie en strijd, maar op plezier, liefde en respect voor elkaar. Het wil er bij de overheid maar niet in dat er nog steeds legio consumenten zijn die de beperkte gezondheidsrisico’s van illegale ecstasy niet op vinden wegen tegen het collectieve plezier dat ze eraan beleven met vrienden én vreemden. Stappers die zich op dionysische wijze over geven aan nachtelijk vertier, worden in het veiligheidsdogma als bedreigend gezien omdat er sprake zou zijn van een ‘riskante vrijheid’.
Het is nu op de kop af 25 jaar geleden dat de heroïnegolf een piek bereikte in Amsterdam. De verslaafdenpopulatie is inmiddels tot een derde geslonken, de metadonbus heeft het loodje gelegd. De Zeedijk ligt er proper bij vergeleken met toen. In plaats van de oorlog te verklaren aan ‘xtcfeesten’ zou de gemeente zich in de handen moeten knijpen dat er een sociaal-empatisch en niet-verslavend middel als xtc hiervoor in plaats is gekomen.

Het paradoxale is dat het Amsterdamse college van b. en w. zegt haar creatieve klasse te koesteren en van groot belang acht voor een bruisende en bloeiende stad, maar tegelijkertijd geen enkele voeling heeft met de (sub)culture dynamiek van de Amsterdamse feestcultuur. De hardwerkende en geïnspireerde (re)creatieve gebruiker ziet xtc juist als toetje dat het feestplezier verhoogt en dat je deelt - en niet dealt - met anderen tijdens een kleine minivakantie in het weekend.

Ton Nabben
De auteur is verbonden aan het Criminologisch Instituut Bonger en hoopt te promoveren op drugsgebruik in het Amsterdamse uitgaansleven.
@ Het Parool

0 reacties: